Guy Crikemans rijdt Parijs-Roubaix voor wielertoeristen, anno 1989

07-04-2022

Nu de klassiekers zich in snel tempo opvolgen wil ik toch eens het relaas van mijn eerste Parijs - Roubaix uit de doeken doen, kwestie van jullie te doen watertanden.

We schrijven zaterdag 10 juni 1989. Om 21 uur vertrekken we met de bus met 25 fietsers vanuit Sint-Niklaas richting hel. Ik heb drie ploegmaten bij: Eric, Gaston en Rini. Om 2 uur 's nachts worden we losgelaten in de pikkendonkere ergens in de buurt van Parijs. Het is een bewolkte nacht, straatverlichting ontbreekt volledig en ons enig licht is wat men zou kunnen omschrijven als pierenverdriet. In een landschap dat goed op en af gaat is dit al een avontuur op zich. We hebben besloten om de eerste uren samen te blijven en jawel, na 2 minuten zijn Gaston en Eric al ribbedebie. Dan alleen maar verder met Rini.

We komen de autobus tegen, waar we ons kunnen bevoorraden en de volgende 70 kilometer kunnen we lekker bij daglicht afleggen. Tevens heb ik mijn wielen verwisseld. Het is namelijk zo dat ik een stel heb met dikke banden, omdat ik in die tijd ook randonneur was en die wielen pasten ook in mijn koersfiets. En toch, en toch rij ik nog voor de hel met die dikke banden plat.

Bij de volgende stop kunnen we onze ogen bijna niet geloven. Een grote marktkraam staat er opgesteld met alles wat we op dat moment wensen: frisdranken, wafels en heel de zatte zever en allemaal gratis...Maar dan volgen de kasseien.

Eerst is er een ersatz strook, waarna je alles dat reeds los geschokt is beter kan vastsjorren. Daarna dienen we "amper" 30 kilometer kasseien te vreten, verdeeld over 34 stroken. Gelukkig was het Bos van Wallers toen nog niet uitgevonden. Beste vrienden, denk nu niet dat je, omdat je al 10 keer de Ronde van Vlaanderen hebt gereden, ooit een kasseistrook hebt gezien! Deze kasseien lijken met een vrachtwagen te zijn gelost, maar men is vergeten ze op hun plaats te leggen. Ondanks het goede weer, zijn er enkele stroken omgeploegd tot slijkpoelen, zoals we die enkel kennen uit de loopgraven van Wereldoorlog 1. Dan zijn er nog de stroken die ongeveer dichtgegroeid zijn. Normaal is de beste plaats op een kasseiweg in het midden, boven op de "bult". Als daar echter 20 centimeter gras op staat, is het moeilijk er te rijden. Men dient dan aan de kant zijn weg te zoeken op de plaatsen die worden plat gereden door de sporadische landbouwvoertuigen, de enige normale "weg" -gebruikers alhier. Die stroken liggen dan wel vol bulten, kloven en gaten.

Als je denkt alles gezien te hebben, dan komt de finale, die er nog een schep bovenop doet. Alle kasseien zijn hier haast verdwenen; waarschijnlijk staan ze als trofee ergens op een kast. Wat overblijft is een zandbak die door de regen is omgetoverd tot een modderbad. Tegen de tijd dat we hier arriveren staat onze blik reeds lang op nul en het verstand op oneindig of omgekeerd...

Ons grootste probleem zijn echter de "slakken" op de weg. Rini en ik, wij raasden inderdaad met een snelheid van 25 tot 30 km/u over deze stroken, zodat wij steeds anderen dienden voorbij te steken, die maar half zo snel reden. Daarbij dien je de bult te verlaten om door de putten in de goot te rijden. Midden in de Hel was er een controlepost en daar maakte iemand die we voorbij gestoken waren het volgend compliment: jullie gaven de indruk op asfalt te rijden!

Bij de laatste kasseistrook moest ik Rini laten gaan bij het voorbijsteken van de zoveelste groep. In de straten van Roubaix genoot ik al voor van mijn ereronde op de piste! Zodus draaide ik gezwind de piste op, in de overtuiging om mijn ererondje in het midden van het ovaal te rijden. Maar de eerste bocht doemde op als een gevel waar je op moet fietsen; zodus zat ik héél héél vlug beneden. De 265 kilometer tussen Parijs en Roubaix had ik overbrugd in 12u30', en ik had me begot nog geamuseerd ook!

Guy

20 maart 2022

Enkele nabeschouwingen :

  • Zowel Rini als Eric zijn ondertussen reeds overleden.
  • Het jaar nadien heb ik nog eens Parijs - Roubaix gereden, maar toen had het veel geregend en moest ik constant de slakken volgen, waardoor ik er een uur langer over gereden heb.
  • Die editie startte pas om 4 uur, zodat je niet meer in het donker moest rijden, maar dat is dan weer het uur dat je meer zin hebt om te gaan slapen dan om te fietsen.
  • Volgens mij liggen de meeste kasseistroken er tegenwoordig veel beter bij omdat er een vereniging is die jaarlijks stroken heraanlegt, wat toen zeker niet het geval was.
  • Tenslotte: ik zou het nu niet meer doen...je moet zot doen als je jong bent!