Blog Guy Crikemans : het WK veldrijden in Noorderwijk
Het wereldkampioenschap veldrijden in Noorderwijk. Gesprek tussen een opa en zijn kleinzoon anno 2021. Opa: "Björn Borg, dat was toch een goede tennisser!". Antwoord van de kleinzoon: "Maar opa, dat zijn onderbroeken!" En daarmee hadden beiden gelijk. Maar lieve kindertjes, Jan Janssen en Eddy Merckx, dat zijn inderdaad merken van fietsen, maar dat waren héél vroeger, toen opa nog jong was, ook renners, en nog goede ook!
Dinsdag loop ik in mijn gemeente voorbij het huis van Jan Janssen, en als je goed oplet kan je niet missen, want boven op de schouw staat een renner en in de wielen vind je zijn initialen JJ. Jan is met voorsprong de strafste man waar ik ooit mee gefietst heb, want meer als de Ronde van Frankrijk kan je niet winnen. Dat was in 1968, toen hij onze Herman Van Springel in de ultieme tijdrit uit het geel reed. Het jaar nadien, het Kama Sutra jaar, halen we de grote kanonnen boven: de kannibaal van Kraainem, alias Eddy Merckx en kan het nog mooier, op onze nationale feestdag wint hij inderdaad met een straat voorsprong de Tour. Het land in euforie en toch gaat die dag niet voor dit feit de geschiedenisboeken in, het is namelijk ook de eerste maanlanding. Allé, dat zeggen ze toch, want aan de andere kant van de wereld zeggen ze: met alle Chinezen, maar niet met den dezen en beweert men dat Hollywood alles in scène gezet heeft. Bij de UCI komt er voor het wereldkampioenschap veldrijden maar één kandidatuur binnen, namelijk het gezamenlijke bod van Noorderwijk en Morkhoven, twee gehuchtjes van keizerstede Herentals. Het was als grap bedoeld, maar nu zitten ze ermee.
Maar de UCI zit met een ander probleem: hoe kan je verkondigen dat je het veldrijden wil mondialiseren als je niet verder komt dan een paar boerengaten in de stille Kempen? Maar daar komen de Chinezen goed van pas. Laat ons beweren dat dit kampioenschap ergens ver weg wordt georganiseerd, waar ze nog nooit van veldrijden hebben gehoord. En daarmee komt de naam Fayetteville in de Amerikaanse staat Arkansas uit de bus. Van Lille zijn er twee, één in alweer de stille Kempen en één in het noorden van Frankrijk, Rijsel dus en daar bestaat al verwarring tussen. Van Fayetteville zijn er niet minder dan 13 en vanuit Europa is het een reis van 24 uur naar dat boerengat in Arkansas. Voilà, dat is ook al geregeld: we zeggen dat onze reporter in Amerika staat en wij gaan met zijn allen lekker in café Welkom in Noorderwijk zitten, terwijl de échte race in Morkhoven plaats vindt. In afwachting van de renners wordt in de Welkom het varken al geslacht, zodat bij de grote toeloop worsten uit eigen kweek kunnen worden aangeboden. Men verwacht immers toeschouwers uit de grote stad Herentals en misschien zelfs uit Grobbendonk. Maar Wout, die al lang door heeft dat men op zijn kap, hij woont immers tegenwoordig ook al in Herentals, de grote sier wil maken in Morkhoven en Noorderwijk, weigert in dit circus mee te spelen.
Ik ga nog liever met onze Georges en die van ons wandelen en ik zal beweren dat Amerika te ver is! Ook voor Mathieu is het een plank te ver want die gelooft echt dat het in Amerika te doen is. Maar de UCI betrouwt het zaakje niet: het moest maar eens uitkomen, daarom geen toeschouwers. Lap, hoe doen we dat? Eén telefoontje naar Frankske, met de melding dat er in de Welkom nog een koffer met 50 miljoen frankskes staat met zijn naam op en dat ze die wel eens zullen brengen maar dat het éne plezier het andere waard is. En dat is ? Geen toeschouwers bij alle openlucht activiteiten. Da's ook weeral geregeld. De Welkom wordt als studio ingericht, maar voor Michel Wuyts is dat niet voldoende. Hij moet een apart kot hebben om zijn commentaar te kunnen geven. Gelukkig is het varken geslacht, zodat Michel daar zijn commentaar kan geven. Het doet er toch niet toe want uit zijn fichebak weet hij wel op te diepen hoeveel rondes Rikske Meyhi in de cross van het Orwell jaar in Rillaar gereden heeft, tussen haakjes dat waren er 4, maar het verschil tussen ne Rino en ne Slick, dat kent hij niet, want dat is te technisch. Ander probleem: nu zitten ze met al die worsten. Wette watte, we zetten de Volvo van Molteni voor de varkensstal en dan zal Michel wel goesting in worst krijgen. Molteni was immers een worstendraaier en met Michel zijn fenomenaal geheugen zal hij zeker de link maken. Zodus, Michel krijgt een ferme worst als middagmaal voorgeschoteld, maar hij weigert: "de reuk alleen al!" Men durft hem echter niet te zeggen dat hij al heel de tijd in de reuk van wijlen dat varken zit... Het wereldkampioenschap verloopt feilloos en de UCI belooft dat de stad Herentals de komende winter in zijn gehuchten Morkhoven en Noorderwijk een wereldbeker wedstrijd zal mogen inrichten, omdat ze de UCI zo uit de rats hebben geholpen. En dat komt Mathieu ter ore en prompt rijdt Mathieu met zijn fietske naar Morkhoven om het parkoers daar te gaan verkennen. En dat parkoers komt via Strava in handen van bibi. Met ploegmaats Omer en Patrick ga ik dan ook op stap, niet naar het parkoers, maar uiteraard naar de Welkom.
We spreken af in Brasschaat en rijden via het Albertkanaal richting Herentals en verder naar Noorderwijk. 10,8 kilometer voor Noorderwijk, ja met Garmin weet ge alles tegenwoordig, staat Patrick lek, want plat is geen schoon Nederlands. Michel, sla de rest van de alinea maar over want het wordt de technisch. Patrick rijdt met banden van 28 in de veronderstelling dat ge daar minder mee plat rijdt, maar dat blijkt dus niet waar te zijn, misschien omdat het slicks zijn...Zoals op een auto heeft hij schijfremmen en de assen zijn uitgerust met snelspanners; bij mij thuis op mijn De Rosa heb ik een inbussleutel van 6 nodig. Patrick, in 't vervolg beter 2 binnenbandjes meenemen want onze 23 zou ontploffen in je 28'ers. Nog een tip voor platrijders: wanneer je de band er terug oplegt, stop dan bij het ventiel, en als ge dat niet kent de soupape, lijkt erg onlogisch, maar omdat die soupape al in je wiel vast zit kan je de band niet meer pletten of kapot steken in het schoon Vlaams.
We arriveren in de Welkom samen met een groep wielertoeristen. Die rijden zo traag dat we ons ineens 20 jaar jonger voelen. Zij nemen twee tafels in beslag, wij één. Drie chocomelkskes aub. De Volvo staat nog steeds voor het varkenshok en de muren hangen vol met wielerprularia. We komen ogen te kort. Naast ons staat er een oude Merckx op rollen opgesteld en daar achter een Nordmende TV met zwart-wit beelden uit de rondes van de jaren '60. Als speciale attractie komt de cafébaas nog enkele kilometers afmalen, totdat de zaak vol loopt. Er komt zelfs een vierde Stoeper binnen, weliswaar in burger... Voor de terugrit volgen we helemaal het parkoers van Mathieu, eerst door Herentals, daarna Grobbendonk, Pulle, dan de naam uit een stripverhaal van Piet Pienter en Bert Bibber, Pulderbos en Halle. Daar wordt het helemaal onoverzichtelijk met fietspaden die links en rechts verschijnen en verdwijnen. Oef, blij dat we heelhuids in 's-Gravenwezel belanden want dit parkoers is echt niet te doen. Tussen 's-Gravenwezel en Brasschaat ligt er nu een gloednieuw mooi fietspad, eindelijk enig soelaas. Onze wegen scheiden; volgende keer toch maar een ander traject nemen. En toen kwam er een varken met een lange snuit en dat zei, zodat ze het ook in het worstenfabriek zouden verstaan: "se non è vero, è ben trovato." Guy 5 februari 2022. 96 km, 25 gemiddeld, 6°C.